Zelfstandige huishoudhulpen die via bemiddeling van een zorginstelling werken hebben dezelfde rechten als vaste werknemers van de zorgorganisatie. Dit is onlangs door het gerechtshof in Arnhem bepaald. Eerder werd bepaald dat een alfahulp recht heeft op zes weken loon bij ziekte, maar dit zou langer moeten zijn volgens de vereniging voor Vrouw en Recht. Het hof geeft de vereniging daar nu gelijk in. De alfahulpen hebben een contract bij de zorginstelling en niet bij de cliënt. De uitspraak dat zelfstandige thuishulpen gelijke rechten hebben met de zorgverleners die in een zorginstelling werken maakt een einde aan de schijnconstructies. Voor de alfahulpen is deze uitspraak een overwinning, eerder werkten zij zonder sociale rechten en bescherming.
Wat is een alfahulp?
Een alfahulp is iemand die in Nederland ingezet kan worden voor het verlenen van huishoudelijke hulp. Door alfahulp in te zetten wordt voorkomen dat ouderen of langdurig zieken in een zorginstelling moeten gaan wonen terwijl ze met een beetje hulp nog thuis kunnen blijven wonen. Voorwaarde is dat de cliënten in staat zijn een werkgeversrol te vervullen en ze zouden theoretisch in de vakantieperiode vier weken zonder zorg moeten kunnen.
Gemeenten
De positie van alfahulpen staat al sinds de invoering van de WMO in 2007 ter discussie. Toen de hulp in huishouding door de gemeente uitgevoerd werd zijn de uurtarieven zo ver omlaag gegaan dat hulp in de huishouding te duur werd. Hierdoor werden de ‘goedkopere’ alfahulpen ingezet om hulp in de huishouding te behouden. Er is toentertijd door staatssecretaris Bussemaker een beroep op gemeenten gedaan om de uurtarieven zo vast te stellen dat er tegen normale arbeidsvoorwaarden gewerkt kon worden. Daarna moest de alfahulpen in dienst komen bij thuiszorginstellingen, en dit bleek niet haalbaar voor de instellingen, waardoor veel thuishulpen weer ontslagen werden. Zodat ze daarna als goedkopere alfahulp weer bemiddeld konden worden naar cliënten met een PGB.